,,Ik was 20 jaar toen ik Mirelle ontmoette. Zij was 16 jaar, maar vanaf het eerste moment wist ik al dat we voor altijd bij elkaar zouden horen. Op jonge leeftijd wisten we al snel wat we wilden. Eigenlijk hoort dat niet bij verliefd zijn, maar het gaf ons houvast. Het bouwen van een eigen huis, maar ook het stichten van een gezin waren daar onderdeel van. Ik speelde in die tijd in het eerste van hoofdklasser AFC'34, maar er koos er bewust voor om mij aan te sluiten bij Duinranders, een clubje in de onderbond in ons dorp Schoorl. Waarom? Voor het plezier, maar ook omdat we dan meer tijd voor elkaar zouden hebben. In die tijd moest ik in militaire dienst in Ossendrecht waardoor ik doordeweeks van huis was. Het was ook toen dat ik besloot het zaalvoetbalteam van Paal 29 te coachen. Wel legde ik de lat direct hoog. We speelden met uitsluitend jongens uit de streek en maakten plannen voor corners, spelsystemen, man meer en man minder situaties en besloten zelfs trainingen in te voeren. Uiteindelijk zijn we jaar in, jaar uit gepromoveerd tot de op een na hoogste afdeling. Mirelle is steeds belangrijker voor mij geworden. We hadden veel lol, maar ze hielp mij ook bij mijn ambitie om betaald voetballer te worden.
Na mijn diensttijd koos ik voor een contract bij Volendam dat in die tijd in de eredivisie uitkwam. Ik kan mij nog goed onze vakantie op Mallorca herinneren. Elke ochtend zat Mirelle met een stopwatch op een rotsblok tijdens mijn training in de gloeiend hete zon. Ik ben nooit zwaar geweest, maar na die vakantie woog ik nog maar 64 kilo. Eigenlijk te licht dus. Omdat ik in die tijd bij Volendam ook nog werkte op een assurantiekantoor lagen Mirelle en ik vaak al om half negen in bed. We gingen er onvoorwaardelijk voor. Mirelle cijfert zich vaak weg voor ons gezin, maar zij is ook letterlijk mijn steun en toeverlaat. We delen vreugde en verdriet samen. Mijn mooiste sportmoment tot nu toe is de promotie van Excelsior naar de eredivisie na een enerverende wedstrijd tegen Sparta. Na afloop was sprake van een explosie van vreugde, maar ik kon pas echt feest vieren nadat ik oogcontact had gemaakt met Mirelle. Zo belangrijk is ze dus voor mij."
Mirelle Pastoor over haar man: ,,Het leven met Alex is nooit saai. Hij is extreem gedreven in zijn werk en soms denk ik weleens dat hij beter zijn mond kan houden. Maar Alex is altijd eerlijk en staat voor zijn mening. Hij werkt keihard, maar als hij thuis is, dan is hij ook een geweldige echtgenoot en vader. Het draait bij hem niet om de kwantiteit, maar om de kwaliteit. Hij is echt mijn allerbeste vriend."
Gert-Jan Verbeek
,,Gert-Jan Verbeek heb ik als speler bij Heerenveen eerst meegemaakt als assistent-trainer en later heb ik met hem samengewerkt bij zowel Heerenveen als Feyenoord. In de loop der jaren zijn we naar elkaar toegegroeid. De passie voor het voetbal, het bouwen aan een team en zoveel mogelijk nieuwe kennis toepassen bindt ons. En dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat we elkaar blindelings vertrouwen. We spreken elkaar gemiddeld twee keer per week. We geven elkaar altijd feedback en weten dat we er altijd voor elkaar zijn als dat nodig is."
Gert-Jan Verbeek over zijn vriend: ,,Bij Heerenveen viel Alex mij al als assistent-trainer op omdat hij altijd bezig was met nieuwe ontwikkelingen. Ik heb hem daarom meegenomen toen ik naar Feyenoord ging. Tegenwoordig zien we elkaar wekelijks omdat ik doordeweeks bij hem in de buurt in Egmond aan Zee woon. Ik waardeer vooral dat hij voor een ander geluid kan zorgen en oog heeft voor mijn blinde vlek."
Innovatie
,,Ik ben altijd op zoek naar nieuwe kennis en kunde die toepasbaar is in mijn werk. In dat opzicht heb ik het getroffen bij Excelsior en N.E.C. Drie maanden voor de start van de play offs lag op mijn bureau een grote opvallende map met te tekst: Promotie Excelsior, 16 mei 2010. Ik had een draaiboek gemaakt van hoe we dat zouden gaan realiseren. Van inspannings- en herstelplan tot een systeem voor het nemen van penalty's. Gebaseerd op onder andere gesprekken met tal van specialisten, ook uit andere sporten. We hebben toen bijvoorbeeld gewerkt met containers met ijskoud water ter bevordering van snel herstel. Uiteindelijk regelde de keeperstrainer via zijn buurman die bakken bij een afvalverwerkingsbedrijf. De staf en spelers geloofden allemaal in het effect. Innovatie kan daarmee ook een inspiratiebron worden met als mooiste bewijs dat we op die gedroomde datum ook daadwerkelijk zijn gepromoveerd."
Robert Molenaar
,,Aan technisch directeur Carlos Aalbers stelde ik Robert Molenaar voor als opvolger van Anton Janssen. Robert is een ambitieuze en hard werkende trainer. We kennen elkaar uit de tijd bij Volendam. Toen zijn we vrienden geworden. Robert heeft onder meer als kwaliteit dat hij in mijn dode hoek kan kijken. Dat is belangrijk, want ik vind dat je als trainer regelmatig bewust moet zijn van je onbewuste gedrag. Robert wijst mij daarop. Ook Carlos raakte van hem gecharmeerd. Daarnaast neem ik altijd als uitgangspunt het belang van de club en niet mijn eigen wens om bijvoorbeeld met drie aanvallers te spelen. Ik kijk eerst naar met wie ik samenwerk en pas daar mijn werkstijl op aan. Zoals ik er ook geen moeite mee heb wanneer voortdurend goede spelers worden verkocht. Dat gebeurt in het belang van het voortbestaan van N.E.C. Onze ambitie moet juist zijn hofleverancier te worden voor de topclubs. En dan ben je er trots op dat spelers als Schöne, Cillessen en Nuytinck zo'n stap kunnen maken. Robert noemt mij altijd gekscherend algemeen directeur, omdat het belang van de club bij mij altijd voorop staat."
Robert Molenaar over zijn hoofdtrainer: ,,Ik heb ooit met hem samen gespeeld, later bij hem stage gelopen en nu werk ik voor het eerst met hem samen. Ik beschouw hem als een visionair. Hij kijkt altijd vooruit en nooit achterom. Ook persoonlijk is hij belangrijk voor mij. Dat blijkt wel uit het feit dat hij mijn getuige was op mijn huwelijk. Toch kan Alex werk en vriendschap goed scheiden. Hij is zelfs in staat besluiten te nemen ten koste van zijn eigen belang als het team of de club daarbij gebaat is. Dat is uniek in de voetballerij."
Door: Herman Poos
Eerder gepubliceerd in de N.E.C. Courant, januari 2013.